Trainer Stegeman geeft zijn elftal vertrouwen, wisselt niet als er geen blessures zijn en behoudt daarmee de eenheid. Hij schept daarmee natuurlijk niet alleen duidelijkheid maar creëert ook automatismen. Het is de keuze van de oefenmeester dit geheel nu in tact te laten, te kneden tot een geoliede machine. Dat snap ik, ik zie dit terug ook in de wedstrijden, maar de invulling van enkele posities acht ik discutabele. De meest vreemde is aanvallende middenvelder Orhan Džepar op linksbuiten, een keuze die ik nooit heb begrepen. Het positioneren van de frêle Orhan op die linksbuiten-positie is eigenlijk karaktermoord. In het moeizame duel van afgelopen vrijdag thuis tegen Cambuur zag ik enkele momenten die mijn visie onderstreepten. De keuzes van Orhan in een overvol strafschopgebied, waar hij de bal over een speler gaat heen wippen, terwijl er twee andere verdedigers klaar staan om het speltuig eenvoudig weg te roeien. Keuzes die voor een geboren middenvelder gewoon zijn, maar niet voor een spits die doorgaans minder ruimte kent. De arbeidsethos van Orhan is te loven, maar positioneel is hij de verkeerde man op die plek, iets wat simpelweg kansen en dus treffers kost. Zo was vijf  minuten voor de thee de uitbraak van Lelieveld die het strafschopgebied in kwam denderen . Orhan liep mee links van de back, maar blijft achter zijn man verstopt. Lelieveld kreeg van Orhan geen keuzemogelijkheid, want die was nooit aanspeelbaar. Daar zie je dus duidelijk dat Orhan niet denkt als een spits. De details maken het verschil straks, en die details kloppen niet. Dat werd helemaal duidelijk in de 77ste minuut als Orhan alleen voor de goal wordt gezet, dan is hij niet koelbloedig, schept de bal over het doel in de één op één situatie. In een duel als deze, waar de kansen schaars zijn, kan dit funest zijn. Het zit dan uiteindelijk mee als, even voor tijd, een getrainde situatie ontstaat: Van Moorsel is de architect, Baas zet vanaf links en Orhan knikt de 1-0 binnen. Hij breekt de ban in, een naar mening, matig duel van de Eefdenaar. Deze discussie rakelde ik op via social media en dat gaf diverse inzichten van verschillende personen. Prachtig om te lezen hoe een ieder zo’n wedstrijd anders bekijkt, anders leest. Dat men een aanname, doodleggen na een pass over 30 meter, voldoende acht voor predicaat ‘goed spelen’. Goed spelen is niet alleen je best doen, want dat doet de man uit Eefde absoluut. Goed spelen is ook effectief zijn op de positie die je bekleed, en dat is bij Orhan niet het geval. Het was Stegeman zelf die in het begin van de competitie zei keuzes te maken op basis van doelpunten, dan zou Van Moorsel de meest logische keuze nu zijn. Als je hem alle wedstrijden laat spelen kan je rekenen op zeker tien treffers.

Vorig artikelTankstation Winkelcentrum Colmschate verdwijnt
Volgend artikel“Hello again” een interview met Derek Ogilvie