Mijn held: Cees van Kooten. Bonkig postuur, dwong respect af bij de tegenstander, eigenwijs en zeer gedreven, zelfs op latere leeftijd. Ik was zo’n fan die na schooltijd altijd rondom het stadion hing. De hokken tegenover de ingang, ballen halen met de spelers en natuurlijk langs het trainingsveld. Met name de wandelingetjes er na toe en terug. Ik had best wel een band met diverse spelers, van Wim Woudsma tot John Oude Wesselink, van Mike Small tot Peter Rufai, van Sergei Clescenco tot aan Sonny Stevens. Met de een ging ik de stad in, de ander gamede ik thuis, maar met één iemand had ik vroeger geen band. Het was mijn eigen schuld hoor, want ik keek zo tegen hem op. Van Kooten bleek later heel benaderbaar, maar voor mij was het een held. Ik durfde hem niet aan te spreken. Eens op het trainingsveld was er een afsluitende partij.  Ik stond, met enkele andere jongeren, onder de bomen achter het doel. De doelman haakte af, niet geblesseerd, maar moest eerder weg. Enkele gedreven spelers baalden dat hun partij verzwakt werd en riep ‘onze’ hulp in: “Wie van jullie is keeper’, en ik werd naar voren geschoven. Ik stamelde een beetje en ging onder de lat staan. Gelukkig was ‘mijn’ partij sterker en kwamen ze niet in de buurt. Een voorzet vanaf rechts draaide wat van de goal af en ik bleef staan. Daar ‘klom’ de reus de lucht in, Cees van Kooten won het kopduel. Van Kooten had niet gerekend op een keeper en knikte de bal door het midden. Ik pakte de bal, onhandig, met vlakke handen, maar ik had ‘m wel. De spanning steeg, Van Kooten klom overeind en vuurde een scheldkanonnade af. Wat wij er te zoeken hadden. Ik slikte een keer, ging weer bij de jongens staan die Van Kooten vervloekten. Onbegrijpelijk vonden ze het, dat de spits zo foeterde terwijl ik ‘mijn werk’ goed deed. Maar mij maakte het niet uit, want Van Kooten was mijn held. Hij kon niets verkeerd doen. Ik heb nog gehuild bij zijn eerste interlandgoal, op IJsland was dat. Geen camera’s, maar wel ‘Langs de lijn’ en ik geluisterd aan de transistor, antenne aan de CV vast zodat ik minder gekraak had. Later bleek Van Kooten echt wel benaderbaar, kon ik echt met hem praten. Het incident wist hij zich niet meer te herinneren, maar ik had hem allang vergeven.

Vorig artikelSpelen op de Brink hangt opnieuw aan een zijden draadje!
Volgend artikelTeam Run for Cancer loopt mee in de Roparun