We zijn een verwend volkje. Op wereldniveau scoren we in de top vijf. Maar we klagen ook graag. Over het weer, over de politiek of over pijntjes hier en daar. Dat lijkt massaal te gebeuren als we alles moeten geloven wat tot ons komt via sociale en andere media. Maar schijn bedriegt. Een mooie graadmeter daarbij zijn altijd de verkiezingen in ons land. Vooraf wordt er op links en rechts moord en brand geschreeuwd. Maar als de uitslag daar is, zien we op een enkele uitschieter na, toch steeds weer het bekende beeld. Een stabiele, af en toe van partij wisselende, middengroep. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Dat werk. Die andere mooie graadmeter is het voetbalstadion. Met de Adelaarshorst op numero uno. Alle bubbels komen daar samen. Samen genieten, samen juichen, samen huilen. Daar vibreert de stad. Daar hoef je geen verkiezingen voor te houden. Daar geldt: what you see, is what you get! Met die onversneden voetbalhumor vanaf de tribune. Als een blessurebehandeling te lang duurt: ‘ik weet niet hoe met jou is, maar ik moet morgen nog werken!’ Dat zal afgelopen woensdag met een enorme kater zijn gebeurd. Niet alleen vanwege de met veel bier weggespoelde teleurstelling. Maar vooral door de apocalyptische ontknoping. Bij de peilingen vooraf was er een duidelijke favoriet. Maar ook bij deze verkiezing voor de Eredivisie slingerde het spel en de stemming op de tribune van links naar rechts. Hier kon even geen stabiel midden zijn. En dus kon in de laatste minuten bijna elk roodgeel hart aan de AED. Van ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’, kwam nog nooit zo zichtbaar in beeld als afgelopen dinsdagavond. Sommigen waren al in de hemel van de Eredivisie en droomden daar alweer verder. Helaas, voorlopig gaan we alleen met vakantie Europa in.

Vorig artikelOpenbaar invalide toilet binnenstad te vies om naar toe te gaan
Volgend artikelZomeravondconcert Bouwkundekoor op 29 juni