Ze waren weer aan een volgende stap toe. De grachtengordeldiertjes. Nu de nationale televisie had gekozen voor alleen maar roetveegpieten, zou de zwartepietdiscussie wel wat wegebben. Tijd voor het slopen van een volgend koloniaal bastion. Dus dachten ze in het bestuur van het Amsterdams Museum, we gaan de Gouden Eeuw aanpakken. De eeuw zonder welke het museum niet eens had bestaan. Maar het ging meer om dat ‘Gouden’. Want het was natuurlijk niet alles goud wat er blonk in de Zeventiende Eeuw. Amsterdam was het middelpunt van de wereldhandel, maar dat ging niet allemaal vanzelf. Er waren ook mensen die het vuile werk moesten opknappen. Voor een paar schamele florijnen. Schande, dat we daar niet eerder voor op zijn gekomen. Dus hup, direct na de witte wijn op de vrijmibo een persbericht eruit: we spreken niet meer over Gouden Eeuw. Maar anders dan bij zwarte piet, bleek de support uit Amsterdam teleurstellend. Het Rijksmuseum had natuurlijk snel uitgerekend wat het veranderen van alle naamplaatjes, folders etc. zou gaan kosten. Koopmansgeest, zeg maar. Net als in de… Het zal wel met een sisser aflopen. Mocht het toch nog weer oplaaien, ook zwarte piet is klein begonnen, dan ligt hier een marketingkans voor Deventer. Want zoals elke rechtgeaarde Deventernaar weet, kenden wij onze eigen Gouden Eeuw veel eerder. Het eerste grachtengordeldier moest nog uit zijn ei komen, Mokum voor de helft nog gebouwd. De eerste boekdrukkers liepen hier in Deventer rond, Erasmus zat er op de Latijnse School. De Hanze vierde zijn hoogtijdagen. En allemaal zonder koloniaal gedoe. Misschien moeten we Amsterdam en het gelijknamig museum vanuit Deventer maar eenmalig onze steun verlenen. Dat de Gouden discussie nog even lekker doorgaat. En dat wij dan op het hoogtepunt van de strijd zeggen: ok, dan nemen wij het wel over. Met de enige echte gouden Vijftiende Eeuw.

Vorig artikelDe Magie van Muziek op 16 november in Okkenbroek
Volgend artikelFietspad aan de Oerdijk wordt opgeknapt vanaf 23 september