Met de Grote Ontginning werd het Nederlandse landschap lang geleden in cultuur gebracht. De inklinking die dat tot gevolg had, maakte een gezamenlijke strijd tegen het water noodzakelijk. Je kon niet alleen met een windmolen het water van je eigen landje houden. Het poldermodel was geboren. Samenwerking werd formeel vastgelegd in de waterschappen. Een van de oudste instituties van ons staatsbestel. We bleven, ook politiek, polderen tot we er bij neervielen. Maar de nieuwe dreiging van het water veroorzaakt door de klimaatverandering, dreigt aardig wat roet in het poldereten te gooien. Waar in de dertiende eeuw boeren het belang zagen van het gezamenlijk draaien van de windmolens, weren zij nu de moderne versie met drie wieken. Not in my backyard. Maar door het brisante stikstofbesluit van de Raad van State is die ‘backyard’ ineens heel Nederland geworden. We zijn er allemaal bij betrokken geraakt. Via een nieuwbouwproject, de maximum snelheid op snelwegen of heel simpel de aanleg van een fietspad langs een natuurgebied. Een aantal Kamerleden vond dat die stikstofuitstoot makkelijk omlaag kon door bijvoorbeeld een halvering van de landbouw. Nu hebben we inderdaad meer varkens dan inwoners in ons land, maar dat was toch wat te kort door de bocht, vond de beroepsgroep. Nog nooit zoveel tractoren gezien in Den Haag als de afgelopen week. Nog zo’n popie jopie-uitspraak in de politiek en Den Haag staat de volgende keer vol met hijskranen en shovels. Nee, het tegenhouden van de waterspiegelstijging zal in onze eeuw om een nieuw soort poldermodel vragen. Of we zeggen tegen elkaar dat we het hierbij laten. Dat we er een punt achter zetten. Dat we eigenlijk wel klaar zijn met Nederland. Genoeg wegen, genoeg gebouwen, genoeg vlees. De Grote Ontginning is ten einde. Alleen dan nog wel even collectief langs de psychiater om af te komen van ons algemeen eigenbelang.

Vorig artikelAltijd sfeer in huis met Kötter Wonen Nijverdal
Volgend artikelBlog door de ogen van Sonja: Roze pistooltjes zijn ook van plastic