De stemming in het land leek er vorige week een van een toch doorgegane carnavalsvakantie. Officieel was het feest afgelast. De virusvierder van een jaar geleden had daarvoor net iets te veel blijvende schade aangericht. De polonaise vond ditmaal plaats langs en uiteindelijk op het water. Toen het water wilder ging stromen en ook nog eens snel stijgen, dromden we samen op de dijken om te genieten van die zo Hollandse vergezichten.

En toen datzelfde water ook nog eens in no time bevroor, waren we helemaal niet meer te stuiten. Gloeiden we van spanning bij een gevoelstemperatuur van min vijftien. Gingen de schaatsen uit het vet. Dat er wel in veel lagen op lag na al die jaren. De meesten hadden de moed al eerder opgegeven en hun Noren op Marktplaats voor een habbekrats verkocht. Dat zorgde weer voor massale verkoop van nieuwe schaatsen. En voor dito schaatsers die na een paar uur onwennig krabbelen de bottenpoli’s vol deden lopen. Want ook bevroren water gedraagt zich in Nederland als een virus. Besmetting is instant. Samen met een flinke dosis mediacircus is dat voldoende om iedereen even op een andere manier prettig gek te krijgen. Dat andere virus is dan zomaar van de belangrijkste nieuwspagina’s verdwenen.

Gewoon een weekje met carnavalsvakantie. Priklocaties waren er alleen op het ijs. Zelfs in de Tweede Kamer werd gesproken over de Tocht der Tochten. Die gingen ook mee in de populaire polonaise. Zo vlak voor de verkiezingen kun je de ijspret als stemmentrekkertje niet laten schieten. Het gaf maar weer eens aan hoe makkelijk we allemaal op een ander en vooral leuker onderwerp over springen. Kan je nagaan wat we het afgelopen jaar allemaal mee hadden moeten maken als we over andere zaken dan het virus hadden moeten praten. Het nieuwe normaal is helaas anders: het kan vriezen, maar er blijven dooien.

Vorig artikelFerdinand de Beus 50 jaar werkzaam bij Foto Hekkert
Volgend artikelOnthaasten op Klooster Nieuw Sion