In mijn jeugdjaren zette ik de fiets altijd bij oma. Daar stond ie veilig. Op Tuindorp, in de Van Steenbergenstraat, belde ik dan even aan en beloofde oma mij te gaan duimen voor de Eagles. Een paar dropjes voor onder de weg, zoals ze letterlijk zei en dan de pas erin naar de Adelaarshorst. Je kon nog naar binnen op de Brinkgreverweg, dus het was een loopje van niets en de lichtmasten wenkten je al van verre zodat je steeds sneller ging.

Hier kun je de column ook luisteren

Ik moest er afgelopen zondag sterk aan denken. Voor de beeldbuis in Deventer verdrongen mijn moeder van 84, mijn zoon van 15 en ik elkaar, smekend en snakkend. Dat ene balletje moest goed vallen en dan zouden we weer een punt hebben. Weer niet verliezen. Weer een boost van jewelste krijgen. Onze stoere trainer had er inmiddels zes aanvallers in staan, bij iedere counter van tegenstander FC Utrecht sloegen we de handen voor onze ogen, want er lag een zee aan ruimte, maar de dappere Eagles bleven geduldig de bal van voet naar voet spelen en daar ging Mattiello, daar was zijn ragfijne voorzet, daar was Edvardsen en…. Weer niet. Mijn moeder sloeg zich op de knieën, mijn zoon riep ‘Hoe dan?’ en ik had al ‘ja’ geroepen, voor mijn beurt.

Ik keek naar mijn moeder. In haar ogen schitterde het, de opwinding van het voetbal, de liefde voor Kowet, generaties lang doorgegeven. Ze bracht haar handen bij elkaar en begon het ritueel dat ik zo goed kende van mijn oma. Ze begon als een bezetene duimen te draaien. Dat bracht geluk. Onder mijn rode trui droeg ik het witte shirt met daarop groot de afbeelding van Leo Halle en de stoere tekst Go Ahead Eagles Deventer Niet te Kraken. Ook dat moest mazzel brengen. Maar de tijd tikte behoorlijk weg en we stonden achter, onze onverslaanbare helden keken het einde van een ongekende reeks in de ogen.

De duimen van mijn moeder draaiden nog altijd toen de bal bij Rashaan Fernandez belandde. ‘Wie is dat ook alweer?’ vroeg mijn moeder, want al die nieuwe spelers heeft ze nog niet helemaal goed verwerkt in haar brein. Voordat ik antwoord kon geven, slaakten drie generaties Heukels een oerkreet en klonk het ja, ja, ja, door de kamer. Een flat in Borgele trilde heel even op haar grondvesten.

De duimen van mijn moeder hadden contact gemaakt met de benen van Sylla Sow. De spits, die zo vaak net niet scoort en hevig verlangde naar zijn moment van geluk, draaide zijn lijf alsof het van elders bestuurd was, in een reflex richting de bal. Eindelijk raakten Sow en bal elkaar op het juiste moment precies goed. 2-2, 2-2, 2-2, het voelde als het grootste geluk op aarde.

De resterende zenuwslopende minuten, waarin onze keeper Jeffrey de Lange met een waanzinnige redding ook een soort matchwinnaar werd, vergat mijn moeder te duimen. Dat was roekeloos, maar er zat inmiddels zoveel magie in Go Ahead dat het echt niet meer te kraken was.

Vorig artikelStart een opleiding bij Technicampus Deventer!
Volgend artikelBezige bij Inge Bokelmann 40 jaar in onderwijsdienst