Column Rob Oostenrijk: Eten na een uitvaart

Onlangs was ik bij uitvaartmuseum ‘Tot Zover’ op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Een terugkerend thema daar was ‘eten en drinken rondom de uitvaart’.
Een bakje troost betekende vroeger iets heel anders dan wat we daar nu onder verstaan. In een tijd waarin men zes tot zeven dagen per week werkten was een uitvaart ook een moment om je te ontspannen. De jenever ging rijkelijk rond, een fles per gast. Jenever had mooie namen als ‘troost der armen’, ‘vaderstroost’ of ‘een zielentroostertje’. In sommige kroegen werd het in kopjes geschonken om drankvergunningen te ontlopen: een bakkie troost.
En wist u dat beschuit met muisjes vroeger ook werd gegeten bij uitvaarten? Beschuit omdat dat refereert aan hoe broos het leven is. Anijs en kummel dienden om de boze geesten te verdrijven. Met siroop en vruchtenbomenhout maakte men een donkere rouwrand.
Ergens is het jammer dat we dat soort gebruiken niet meer kennen. Tegenwoordig kijken we bij de keuze wat je de gasten aanbiedt na een uitvaart vaak naar wat past bij de overledene. De ene keer zijn dat mooie luxe broodjes, soms een kop soep erbij. Of juist een eenvoudig broodje ham/kaas omdat dat bij opa paste, of petit fours waar oma zo gek op was.
En de goede ouwe koffie met cake? Het wordt meestal met een soort afgrijzen uitgesproken. Ik herken dat, maar een beetje raar is het ook, want eigenlijk is koffie met (goede) cake heel erg lekker. Vet en calorierijk, het is een soort troostvoer. Net als bitterballen trouwens, mijn persoonlijke favoriet. Die doen het altijd goed!
Rob Oostenrijk is uitvaartbegeleider in Deventer. Elke laatste woensdag van de maand schrijft hij op deze plek over zijn werk. Soms met nuttige informatie, soms met een verhaal uit de praktijk.
Rob Oostenrijk