Column Marcel Schoemaker: Ondertiteld

Column Marcel Schoemaker: Ondertiteld

Terwijl je rustig je baantjes aan het trekken bent in het vruchtwater van de baarmoeder moet je er al aan geloven. Het geklets over alles en nog wat van wat straks je lieve moedertje zal zijn. Geen idee hoe ze eruit ziet, maar om praatjes zit ze niet verlegen. Het vormt je nu al en zal na het aanschouwen van het eerste levenslicht enorme proporties gaan aannemen. Dat baby’s na hun geboorte het als eerste op een oorverdovend krijsen zetten, is dan ook niet zo verwonderlijk. Het is een luid protest tegen die negen maanden burenoverlast van je moeder. ‘Je moerstaal’, het thema van deze Boekenweek, begint dus al heel vroeg. Ben je eenmaal letterlijk in beeld dan zijn er alleen nog maar lieve woordjes van moeder. Op het infantiele af. Maar daar bijt je je doorheen.

En als je eenmaal op eigen taalbenen staat, is er veel meer moerstaal die jou vormt. Krijgt het een eigen geluid. Een eigen accent ook. Dan kan het ook zo maar dialect worden en komen de jaren des onderscheid. Want waar blijf je hangen, hoe taaleigen wil je zijn? Of dwaal je af van je moerstaal en ga je keurig in het gelid lopen. Algemeen Beschaafd Nederlands of iets wat daar op lijkt. Maar de scheidslijnen zijn heel dun. Randstedelingen vinden alles buiten de Randstad het platteland en toch op zijn minst provinciaal. Terwijl de Europese Unie naast het Nederlands toch ook het Fries als taal heeft erkend en het Limburgs en Nedersaksisch officieel als regionale streektaal zijn aanvaard.

Voor de ABN’ers blijft het iets folkloristisch, terwijl de sprekers van de streektaal zelf er zich niets van aantrekken. Toch neemt het ook voor hen soms groteske vormen aan wanneer in bijvoorbeeld het Achtuurjournaal een voor hen goed verstaanbare streekgenoot wordt geïnterviewd. Sprekend in zijn moerstaal wordt hij doodleuk ondertiteld.

Redactie