Column Rob Oostenrijk: Mijn vader

Je zou misschien denken dat een uitvaartleider als vanzelf met zijn ouders over hun uitvaartwensen praat. Nou, dat is dus niet zo. Althans, bij mij niet. Tot een tijdje geleden. Mijn vader heeft prostaatkanker. Volgens de arts niet zo heel bijzonder op zijn leeftijd. En ondanks dat er heus reden tot zorg is, is er geen aanleiding voor directe paniek.
Maar het maakte wel dat we toch eens over zijn wensen praatten. Cremeren was al lang duidelijk. Hij had ooit gezegd dat hij een herdenkingsdienst wilde, zonder hem erbij. Een Iers gebruik, vertelde een vroegere dominee. Dat vond ik wel een mooi beeld eigenlijk.
Maar dat blijkt bijgesteld in de afgelopen jaren. Het wordt een kerkdienst in de kerk van Naarden waar hij koster is. Daarna iets eten in de zijbeuk en dan met een klein groepje naar het nieuwe crematorium in Laren, makkelijk dichtbij. Dus niet naar Zorgvlied in Amsterdam, waar mijn zus gecremeerd is. Daar voelde hij niets bij, wat mij dan weer wat verbaasde.
Hij wil met zijn voeten naar het koor in de kerk staan. Eigenlijk ‘verkeerd’ om dus, want katholiek, terwijl ze protestant zijn. Mijn vader is graficus en heeft een dekbedovertrek van Escher speciaal bewaard voor zijn uitvaart. Weinig gewassen. Daar wil hij onder. Maar een doek over de kist, als een vlag, is niks voor hem. Dus opperde ik een wade. Met Escher als dekentje er half overheen. Prachtig wordt dat, we zagen het helemaal voor ons. En hij zoekt muziek. Alle liederen zullen over het licht gaan. Ik denk dat ik wel weet waarom.
Kortom, in korte tijd bespraken we veel. Zaken die ik niet had kunnen bedenken. Het viel op zijn plek en voelde allemaal heel logisch – een teken dat het klopt.
De grootste uitdaging: bij het uitdragen wordt de klok geluid en die heeft tijd nodig om op gang te komen. Het is zijn trots om dat zo te timen dat de eerste slag klinkt als de kist precies onder de toren is. Dat wordt een verantwoordelijke taak voor de koster die dan dienst heeft!
Ik hoop dat het nog even duurt…
Rob Oostenrijk