DEVENTER – Nog een paar weken en dan is het zover: op 8, 9 en 10 juni gaan ruim tachtig sporters en zo’n dertig coaches uit Deventer naar de Special Olympics in de Achterhoek. Aan dit driedaagse toernooi doen ongeveer 2500 sporters met een verstandelijke beperking mee. Een officiële openingsceremonie met de intocht van de atleten in het stadion, het olympisch vuur, het afleggen van de eed en dan… twee dagen intensief sporten en natuurlijk proberen zoveel mogelijk medailles te halen.

Alle sporters sporten en trainen elke bij hun eigen – reguliere – vereniging. Maar naar de Special Olympics gaan ze als één grote Deventer Sportploeg. Ze doen mee aan zeven disciplines: zwemmen, voetbal, judo, tafeltennis, atletiek, wielrennen en skeeleren. In de komende weken stellen we ze graag aan u voor!

De zwemmers zijn er klaar voor!

In 2000 deden de zwemmers van De Klup voor het eerst mee aan de Nationale Special Olympics in Nederland. Het hele evenement duurde toen welgeteld één dag. Twee jaar later werd het – mede door De Klup – in Deventer georganiseerd en voor het eerst bleven sporters en coaches een nacht slapen in het Olympisch dorp. Inmiddels is het tweejaarlijkse evenement uitgegroeid tot drie dagen en natuurlijk doen de zwemmers van De Klup nog steeds mee. Dit jaar reizen ze met 16 sporters af naar de Achterhoek.

Waar alle andere sporters die met de Deventer Sportploeg naar de Special Olympics gaan elke week bij reguliere verenigingen in Deventer sporten, trainen de zwemmers bij De Klup, die zich alleen richt op kinderen en volwassenen met een verstandelijk beperking. De Klup bestaat in Deventer al meer dan 45 jaar en is met haar (zwem)activiteiten een begrip in Deventer. Honderden, misschien wel duizenden kinderen – die wat moeite hebben met de reguliere zwemlessen – hebben hier leren zwemmen. Een aantal van die zwemmers traint nog elke week en doet – als het even kan – mee aan zwemwedstrijden. Met als hoogtepunt elke twee jaar de Special Olympics.

Geweldig evenement

‘Het is een geweldig evenement’, vertelt voorzitter Edith Gruyl. ‘Drie dagen samen optrekken, andere sporters leren kennen, gezellige activiteiten ondernemen en natuurlijk samen sporten; het is voor de sporters allemaal heel bijzonder. Ze zijn even helemaal weg uit hun dagelijkste routine en je ziet dat ze zich daardoor ook weer op een andere manier ontwikkelen. Het is gewoon één groot feest!’

Wedstrijden

Ja, natuurlijk is het leuk, zo’n weekend samen. Maar er wordt ook wel degelijk iets van de sporters verwacht; beperking of niet. De indeling bij de wedstrijden is dusdanig dat de kans op een medaille beduidend groter is dan bij reguliere zwemwedstrijden. Maar bij een valse start wordt je onherroepelijk terug gefloten en als je niet met twee handen aantikt is diskwalificatie een feit. Bovendien kan het heel goed zijn dat je aan drie onderdelen meedoet, maar zonder medailles naar Deventer terugkeert. ‘Toch is ook dat juist heel goed voor ze’, concludeert Edith. ‘Ze leren dat ze zich aan de regels moeten houden en ze leren omgaan met teleurstellingen. Ze balen echt als ze niet winnen, maar weten dat het erbij hoort. Gezonde competitie kunnen ze prima aan, dat hebben ze inmiddels echt wel geleerd. Ze zijn heel hard aan het trainen en verheugen zich allemaal op de wedstrijden!’

Vorig artikelWol in je bol! Schapen scheren bij de Ulebelt
Volgend artikelAspergeseizoen eind april van start