Ik ben op vakantie in een bergachtig gebied, zeg maar het Zeeland van Duitsland. Veel gele nummerplaten op Duits grondgebied. Als het gesprek rondom de BBQ en een pot bier op voetbal komt word ik scherper. Benieuwd naar de visie van verschillende landgenoten. De meest uiteenlopende clubs komen voorbij, dus ik ook met mijn Kowet. Ondanks dat wij als fans enorme teleurstellingen hebben meegemaakt, lijkt dit wel aan het merendeel van de ‘voetbalkenners’ voorbij te zijn gegaan. Zij spreken vol lof over de sfeer, het knusse stadion en het knuffelgehalte van de club. Als de avond vordert komen wel de vragen waarom het dan niet lukt. Geld blijkt volgens de ‘kenners’ van doorslaggevend belang te zijn. “En geld zit er toch wel in Deventer?” Schoorvoetend moet ik toegeven, arbeidersstad Deventer kent ook wel grotere bedrijven. “Knuffelstatus moet toch ook geld opleveren?” Zelfs op eredivisie niveau was de hoofdtribune nauwelijks gevuld, concludeer ik met de groep mee. Die groep haalt de grote sponsoren aan bij hún clubs. Mannen in pakken die vanachter glas de duels bijwonen: Niet geliefd, wel belangrijk. Ik moet toegeven dat het in Deventer niet echt lijkt te lukken. Dat commerciële mensen binnen de club intern lijken te botsen, voortijdig afhaken. Ik kan er niet in kijken, maar het tegendeel wordt ook niet bewezen. Als we in Deventer onze dromen willen realiseren, zal er ook geld moeten komen. De Vroome steekt ‘zijn’ nek uit dit seizoen, maar er moet wel wat volgen. Het investeringsfonds moet gestalte krijgen en commerciële Deventenaren moeten ingeschakeld worden. De basis lijkt stabiel voor dit seizoen, maar om door te pakken is meer nodig. Een vol stadion en een lege eretribune vloekt niet alleen voor het oog, maar ook in de portemonnee.

Vorig artikelUitstapje met de ouderen naar Drenthe
Volgend artikelWeerbericht woensdag