Midden in de zomer zijn ze ook heel mooi. In het verlaten buitengebied zie je ze ineens opdoemen. Meestal gemarkeerd door een aantal afgedankte lantaarnpalen. Soms staat er ook nog een aftandse bouwkeet bij. Maar duidelijk is in elk geval: hier moet het gebeuren. In de winter welteverstaan. Het zijn de ijsbanen die horen bij een dorp of kleine gemeenschap. Waar een groep vrijwilligers altijd paraat staat om in actie te komen als de tijd daar is. Wanneer het gaat vriezen. Gewoon een mooi ijsvloertje op een ondergelopen weiland. Koek en zopie erbij en verder geen kouwe drukte. Dan is het contrast met de drukte in de media bij de eerste graden vorst wel erg groot. We zijn in een mediatijdperk beland waar elk incident, elke normale gang van zaken wordt opgeblazen tot ongekende proporties. De schaatskoorts is er daar een van. Je kunt je er niet tegen laten inenten. Je krijgt het gewoon, en o wee als je er niet aan meedoet. Wanneer de meer serieuze weermannen voorspellen dat de vorstperiode misschien toch niet zo lang zal duren, worden ze via social media bedreigd of in een wak geduwd. De schaatsende mens wil tegenwoordig ook de natuur al naar zijn hand zetten. We leven toch in een maakbare wereld? Nou dan. En als dan ook nog het woord ‘rayonhoofd’ valt, is het ijs helemaal op drift. Komen de verhalen weer boven van heroïsche gevechten tegen de natuurelementen. Toe opa, vertel nog eens. Maar voor die Tocht der Tochten geldt: dat giet noait wer oan. Die is qua mediagekte niet meer in de hand te houden. Zakken we massaal door het ijs. Dus zoek op dat ondergelopen stukje weiland. Wordt donateur en steun daarmee de lokale IJC. Uiteraard levenslang. Het geeft je vast een oprecht warm gevoel.

Vorig artikelEvaluatie droogte “Watervraag was extreem”
Volgend artikelNog één nacht strenge vorst en de ijsbaan kan open in Diepenveen