Je moet nu al gauw 80-plus zijn als je de laatste wereldoorlog nog bewust hebt meegemaakt. Het herdenken van de bevrijding daarvan, 75 jaar na dato, krijgt in die zin steeds meer een ander karakter. Maar de 80-plussers van toen behoren in de oorlog die we nu voeren opnieuw tot de risicogroep. De moderne bezetter van de verzorgingshuizen heeft het opnieuw op hen gemunt. Daar helpt geen enkele muzikant op een hoogwerker tegen.

Ze ondergaan het gelaten. Voor de jonge honden ligt dat anders. Die willen uitgelaten worden. Maar de baas zegt nog steeds dat ze in de mand moeten blijven. Totdat hij zegt dat ze er weer uit mogen. Het vieren van de bevrijding op 5 mei willen de meesten nu vooral ook na 5 mei doorzetten. Weer (bier)proeven en ruiken aan die vrijheid. Mogen staan en gaan waar je wilt. Ook al blijkt dat teleurstellender wijs vooral naar de IKEA. Doet er niet toe. Onze premier in oorlogstijd aarzelt nog. Hij weet ook dat hij de oorlog niet alleen kan winnen. Tot nu toe prees hij ons. Want ja, Hollanders die naar het gezag luisteren, kun je slechts prijzen.

Samen lossen we het op. Maar een generatie die gewend is de agenda tot in de eeuwigheid vol te hebben staan met leuke en vooral uithuizige prikkels, wordt honds onrustig. Ruimden we tot nu toe vooral onze eigen rommel op als nieuwe nationale sport, nu beginnen we volgens de MP zelf te verrommelen. We zoeken de mazen van de noodwet op. Gaan met een goed verzonnen smoes weer op pad. Proberen de bezetter om de tuin te leiden. En zolang die bezetter niet direct reageert, komen er meer lotgenoten bij. We lijken wel echte verzetshelden. Op anderhalvemeter, maar toch. Lekker stoer tegen de niet zichtbare vijand. Nederland is in deze dagen één groot Dad’s Army.

Vorig artikelSchoolplein Okkenbroek wordt Buurtplein
Volgend artikelTraumahelikopter opgeroepen na ongeluk in buitengebied Diepenveen